Op 13 februari 2012 werden in de rechtbank van Turijn na een lang proces twee leidinggevende personen van het Zwitserse en Belgische Eternitconcern door de strafrechter veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf. Daarnaast moesten de asbestmultinationals vele miljoenen euros schadevergoeding betalen aan een groot aantal werknemers en nabestaanden van werknemers die in vier asbestcementfabrieken van de Eternitbedrijven in Italië aan asbest waren blootgesteld.
Stephan Schmidheiny, voormalig eigenaar en bestuurder van het Zwitserse Eternitbedrijf, en Jean Louis de Cartier de Marchienne, voormalig bestuurder van het Belgische Eternitconcern, waren tot 1986 lange tijd bestuurders van de asbestcementfabrieken geweest. De rechtbank achtte hen schuldig aan het opzettelijk veroorzaken van een milieuramp en het achterwege laten van veiligheidsmaatregelen. Algemeen heerste de opvatting dat deze uitspraak baanbrekend was. De Italiaanse minister van Gezondheid Balduzzi noemde het vonnis historisch en wees er op dat asbest niet alleen een lokale en nationale, maar ook een internationale zaak was.
Schmidheiny, een van de rijkste ondernemers van Zwitserland, noemde het vonnis onbegrijpelijk en kondigde aan tegen het vonnis in beroep te komen. Cartier de Marchienne liet weten dat hij het vonnis niet verwacht had, hij tekende eveneens hoger beroep aan.
Op 3 juni 2013 deed het Hof van Beroep uitspraak tegen Schmidheiny (Cartier de Marchienne was inmiddels overleden). Niet alleen werd het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar het Hof verhoogde ook nog eens de gevangenisstraf voor Schmidheiny van 16 naar 18 jaar. Bovendien werd hij veroordeeld tot betaling van schadevergoeding wegens milieuvervuiling bij Napels en Rubiera en werd het bedrag aan schadevergoeding voor gemeenten en organisaties verhoogd. Ook was het Hof van oordeel dat Schmidheiny schadevergoeding diende te betalen aan 2.889 slachtoffers, die blootgesteld waren aan asbest tussen 1976 en 1986.
Tegen het vonnis van het Hof van Beroep tekende Schmidheiny cassatie aan bij de Hoge Raad. Op 19 november a.s. zal de Hoge Raad uitspraak doen. Ik ben benieuwd.