Groot was de schok in het Noord-Italiaanse stadje Casale Monferrato op 19 november 2014. De Italiaanse Hoge Raad sprak Stephan Schmidheiny, topman het Zwitserse Eternitconcern, vrij. Eerder was hij door het gerechtshof veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf en een hoge boete wegens schuld aan een grootschalige milieuramp - “disastro ambientale”. De vrijspraak van Schmidheiny - wegens verjaring – was volgens de Hoge Raad op zijn plaats omdat er meer dan 10 jaar lag tussen het plegen van het strafbare feit en de vervolging.
De advocaten van Schmidheiny juichten de uitspraak toe, de advocaten van de asbestslachtoffers kondigden aan dat zij de zaak zullen voorleggen aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Het vonnis van de Hoge Raad riep heftige reacties op in Casale Monferrato. De plaats waar tot 1986 een grote Eternitfabriek gevestigd was. De stad ook waar er alleen al in 2014 meer dan 50 asbestslachtoffers zijn gevallen. Waarmee het totaal aan dodelijke asbestslachtoffers de 3.000 gepasseerd is.
De Italiaanse kranten besteedden uitgebreid aandacht aan de uitspraak en de gevolgen ervan. De burgemeester van Casale Monferrato kondigde een dag van nationale rouw af, de klokken van het stadhuis werden geluid en de kerkklokken luidden als bij een begrafenis. Er werden zwarte linten rond de stad gespannen, de scholen bleven dicht en de kinderen zongen liederen als ‘Hoe vaak moet Eternit nog doden?’
Familieleden van slachtoffers hielden spontaan een fakkeloptocht waarbij zij een beroep deden op de regering om met spoed een wetswijziging door te voeren. Minister-president Matteo Renzi liet weten dat het niet mogelijk zou moeten zijn dat sommige zaken, die om rechtspraak vragen, door verjaring buiten schot blijven, als er wonden zijn die geen tijdgrenzen kennen.
Inmiddels heeft officier van justitie Raffaele Guarinello in Turijn een tweede strafzaak tegen Stephan Schmidheiny in voorbereiding. In deze strafzaak, al aangeduid met ETERNIT BIS, handelt het om de dood van 256 asbestslachtoffers van vier Italiaanse asbestcementfabrieken van Eternit, die na 1989 zijn overleden. De grondslag van de strafvordering is dit keer niet de ‘disastro ambientale’, de milieuramp, maar moord, ‘omicidio volontario’. Waarop Schmidheiny opmerkte dat het OM een zondebok zoekt...