Duur bevochten overwinning.

Siem Strootman (1941) was van 1965 tot 1998 in loondienst werkzaam bij Corus Staal B.V. - voorheen Hoogovens, thans Tata Steel - in Velsen. Van 1965 tot 1976 werkte hij als walser aan de aardingswalsen. Die walsen bevatten asbesthoudende remmen en koppelingsplaten met asbestvoering. In 2005 werd bij Strootman de asbestziekte mesothelioom vastgesteld. Aan de gevolgen daarvan overleed hij in 2008. Nadat de ziekte mesothelioom was vast komen te staan, stelde Strootman Corus aansprakelijk. Maar Chorus weigerde de aansprakelijkheid te erkennen. Waardoor Strootman zich gedwongen zag om tot dagvaarding van Corus over te gaan. Dat was het begin van een bijna tienjarige juridische lijdensweg, die eindigde met de uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam op 16 juni 2015.

 

De langdurige juridische strijd van Strootman en zijn kinderen tegen Corus laat goed zien hoe grote, kapitaalkrachtige bedrijven alle, ook minder fraaie middelen hanteren om werknemers, die getroffen zijn door een asbestziekte, de voet dwars te zetten en met lange, dure procedures proberen uit te putten. Het verweer van Corus begon met de bewering dat Strootman niet aan asbest was blootgesteld. Dat er geen asbest in de hardingswalsen en de spankranen was verwerkt en dat er bij normaal gebruik van de walsen en kranen geen asbest vrij kwam. En ook dat het schoonspuiten van de walsen met luchtdruk niet gevaarlijk was. Gelukkig kreeg Strootman steun van collega-walsers, die zijn stellingen bevestigden. Corus bracht rapporten in het geding van een door Corus betaalde deskundige van IndusTox Consult. Die beweerde dat Strootman niet in relevante mate was blootgesteld en dat de mate van blootstellen in de walserij niet hoger lag dan de achtergrondwaarde die altijd aanwezig is in het milieu. 

De procedure bij de kantonrechter kostte met name veel tijd omdat er door het verweer van Corus opnieuw getuigen moesten worden gehoord.

Op 1 april 2009 wees de kantonrechter de vordering van de erven Strootman toe, maar Corus tekende hoger beroep aan.

In hoger beroep herhaalde Corus haar standpunten, te beginnen met de stelling dat Strootman niet in relevantie mate aan asbest was blootgesteld. Dat leidde ertoe dat het hof in 2011 een deskundigenbericht nodig achtte. En daarvoor twee deskundigen benoemde, die samen € 16.600 kostten. De helft van dat bedrag moesten de erven Strootman voorschieten. Het duurde tot december 2013 voordat de deskundigen hun rapport hadden afgerond. 

De deskundigen kwamen tot de conclusie dat er sprake was geweest van een relevante mate van blootstelling aan asbest bij Strootman, dat Corus destijds bekend had moeten zijn geweest met het mesothelioom gevaar van (wit) asbest en dat Corus daarom veiligheidsmaatregelen had moeten nemen ter bescherming van Strootman. Die veiligheidsmaatregelen had Corus echter nooit getroffen. Het hof nam deze conclusies van de deskundigen over. Daaraan voegde het hof een belangrijke conclusie toe vanwege de stelling van Corus dat er destijds nog geen wetenschappelijke overeenstemming bestond over de risico’s op mesothelioom. Die stelling kon Corus niet baten volgens het hof omdat de zorgplicht van de werkgever meebrengt dat, “gegeven de mogelijke risico’s niet kan worden gewacht met het treffen van preventieve maatregelen totdat de effectiviteit daarvan wetenschappelijk bewezen is.”

 

Deze lange juridische lijdensweg naast de medische lijdensweg van Strootman zelf laat zien wat de ernstige gevolgen zijn van de halsstarrige en onredelijke opstelling van Corus tegenvoer (oud-)werknemers die getroffen worden door asbestziekten. Daarbij dient bedacht te worden dat er in de afgelopen jaren al talrijke mesothelioomslachtoffers onder de Corus-werknemers zijn gevallen. En dat er op dit moment nog steeds oud-werknemers van Corus zijn die bij Corus geen enkel gehoor vinden voor hun asbestziekten.

Het wordt de hoogste tijd dat Corus/Tata Steel haar beleid aanpast, alle mesothelioomslachtoffers onder haar personeel de erkenning geeft die zij verdienen en hen de juridische lijdensweg bespaart die Siem Strootman en zijn erven hebben moeten doorstaan.

Reacties

Hoe zuinig moeten wij als

Hoe zuinig moeten wij als land zijn op bedrijven die NIET zuinig omgaan met hen die het geld voor hen moesten verdienen.
"Wat niet weet wat niet deert..." NEE. Dat zit iets anders in elkaar. Door het verzwijgen van informatie die een wel degelijk mogelijke levensbedreiging vormde - en het was ECHT WEL bekend - kon de productiviteit/het werk doorgaan. Door het doorgaande werk kon het levensbedreigende materiaal (asbesthoudend materiaal) - ook ná 1938 - doorgaan met het bedreigen van levens. Door het doorgaan met asbesthoudend materiaal te werken kon er werk behouden blijven maar werden intussen wel de levenskansen voor de lange(re) termijn afgeknepen. Ook dat was bekend. Maar als dogma gold: "Je bijt niet in de hand die je voedt." Dat duurde maar voort omdat je niet ziet wat asbest doet en wanneer het zichtbaar begint te worden kun je beginnen met gedag te zwaaien, ...óók naar die werkgever die jou je geld liet verdienen maar intussen krediet nam op jouw leven. Diezelfde hand die jou 'voedde' blijkt dan de wurgende hand om je nek te zijn. Hoe voelt dat? ONRECHTVAARDIG.
Daarom: Geef de asbestslachtoffers én hun nabestaanden een herkansing op het kunnen vinden van gerechtigheid.
Er zijn strijders die TWEE GEVECHTEN zijn aangegaan: Vechten voor hun éigen leven (..voor zover dat bij asbestaandoeningen al zin heeft) en voor de belangen van óók andere asbestslachtoffers, ook voor die van de toekomst. Diep respect voor hen !!

Het bovenstaande gelezen en

Het bovenstaande gelezen en begrepen hebbende is de constatering in mijn beleving niet al te moeilijk te doen dat er reeds decennia lang - ondanks de reeds lang bekend zijnde gevaren van de blootstelling aan asbestvezels (namelijk dat het tot dodelijke aandoeningen kan leiden) - de grootste moeite is gedaan door betrokken partijen om te voorkomen de verantwoordelijkheid te willen dragen voor de gezondheidsgevolgen voor mensen die met en/of in de omgeving waar asbest werd toegepast ook werkelijk doodziek konden worden.
In fasen verdeeld door ten 1e 'het bekennen', ten 2e 'het herkennen' en uiteindelijk 'het bekennen' te vermijden dat het gevaar van asbest bekend was .
Het laatste NIET zuiver aan te sturen maar dan toch ingezette steeds vaker falende 'middel om de schade voor de verantwoordelijken trachten te beperken' is de factor tijd, overgoten met een sausje van vertragen, vermoeien, verdrogen, verwarren van hen die WEL beseften en aan bleven geven waartoe het blijven gebruiken/toepassen van asbesthoudende materialen toe zou gaan leiden. Dat is een nóg steeds groeiend aantal asbestslachtoffers waarvan telkenmale het lijdende individu opnieuw de juridische lijdensweg dient te bewandelen eerdat hij/zij - maar meestal diens nabestaande(n) - heel veel later in de schoot geschoven krijgt dat er recht is gedaan ...maar direct beseffende dat er óók wéér iemand dood is gegaan.
HOE LANG MOETEN DEZE PROCESSEN OP DEZE MANIER NOG DOORLOPEN WORDEN ? NÓG EEN OF MEERDERE DECENNIA ?