Mijn moeder Annie werd geboren te Helmond in een gezin van uiteindelijk 8 kinderen, 2 broers en 6 meiden, zij was de 7e in het gezin. Na haar lagere school en huishoudschool ging zij werken op een textielfabriek. Op jonge leeftijd verloor zij haar moeder en kreeg zij de zorg over haar vader en 2 broers.
Nadat haar moeder was overleden leerde zij in 1960 via haar broer mijn vader Tiny Strijbosch kennen. Hij was werkzaam als plaatbankwerker bij Philips te Eindhoven en kwam regelmatig in contact met asbest. Mijn vader heeft vanaf 1951 tot en met 1967 bij Philips gewerkt. Mijn ouders trouwden in 1962 en gingen wonen in het dorpje Aarle-Rixtel. Het was in deze tijd normaal dat de personeelsleden van Philips de vuile werkkleding mee naar huis namen, waarna deze thuis uitgeklopt en gewassen werd. Door deze werkzaamheden is mijn moeder destijds met asbest besmet geraakt.
Mijn moeder was een zorgzame hard werkende vrouw, naast de zorg voor haar vader, haar broers waren inmiddels getrouwd, stond zij voor iedereen klaar, het maakte haar niet uit of het familie, vrienden of kennissen betrof. Als er iemand ziek was sprong mijn moeder altijd bij om een handje te helpen. De wens om kinderen te krijgen werd niet snel vervuld maar uiteindelijk werd er in 1978 een zoon geboren. Een grote vreugde was dit, maar zorgen werden haar niet bespaard, vanaf 1988 kreeg Tiny longproblemen en in 1991 kreeg hun zoon een verkeersongeval met een lange nasleep tot 1998.
Toen er eindelijk weer zicht was op een zorgelozer leven, kreeg zij zelf gezondheidsproblemen. Dit begon echter al in 1996, zij begon te klagen over pijn in haar rug, na aanschaf van een nieuw bed bleven deze klachten. Wij stonden er toen nog niet bij stil wat het zou kunnen zijn. Steeds vaker werd de hulp van mijn vader of mij ingeroepen als er wat in het huishouden moest gebeuren. Dit waren wij niet gewend, want het huishouden moest altijd perfect gebeuren en dat deed zij dan ook het liefste zelf. Pas in 1999 viel het mij op dat mijn moeder regelmatig tussen haar huishoudelijk werk aan het rusten was, zij deed dit dan onopvallend, trok zich terug op de zolder en lag daar op de bank. Ik was dit niet van haar gewend, zij ruste immers nooit en was altijd druk bezig, tevens viel het mij op dat zij steeds magerder werd. Ik begon mijzelf zorgen te maken en heb haar samen met mijn vader aangespoord om naar de huisarts te gaan. In augustus is zij uiteindelijk naar de huisarts gegaan en hij stuurde haar door naar het ziekenhuis, daar bleek dat zij 6 liter vocht achter haar longen had, dit was ook de oorzaak dat zij magerder werd, zij kon immers niet meer goed eten. Om te onderzoeken waarom mijn moeder zoveel vocht achter haar longen had werd zij opgenomen in het ziekenhuis, zij kreeg diverse onderzoeken en de uitslagen waren allemaal goed. Mijn vader en ik waren in het begin bang voor het ergste, maar ja omdat de uitslagen allemaal goed waren werd de onrust minder, totdat er 1 uitslag kwam. Mijn vader moest naar het ziekenhuis komen waarna zij in een aparte ruimte de uitslag te horen kregen. Hierbij was ik niet aanwezig, ik volgde destijds een zomercursus omdat ik naar de HEAO wilde gaan. Toen ik thuis kwam en ik volop bezig was met mijn huiswerk kreeg ik telefoon van mijn peettante. Ik moest naar haar toe komen en ben samen met mijn tante naar het ziekenhuis gegaan. Men had Mesothelioom ontdekt en de longarts gaf mijn moeder nog maar 5 maanden te leven. Wat er op zo'n moment gebeurd kan ik niet beschrijven.
De longarts liet het er niet bij zitten en ging informeren, hierdoor werd mijn moeder doorverwezen naar het AVL in Amsterdam, hier mocht zij deelnemen aan experimentele behandelingen, we wisten immers dat er nog geen genezing mogelijk was. Mijn moeder besloot om aan deze behandelingen deel te nemen, zij zei altijd; "Als ze er mij niet mee kunnen helpen, kunnen ze er misschien wel iemand anders mee helpen". In het AVL heeft zij diverse chemokuren ondergaan, omdat dit kuren waren die een paar dagen duurde, verbleef mijn vader in het gasthuis. Door deze situatie had ik zelf besloten om te stoppen met mijn studie en te gaan werken. Als mijn ouders in Amsterdam waren bracht ik meestal op woensdagmiddag een bezoek en nam dan meestal familie mee. Ondanks alle ellende hebben wij hier ook plezierige momenten beleeft. Naast de chemokuren die zij in het AVL onderging werd zij ook nog regelmatig bestraald in het Catharina Ziekenhuis te Eindhoven. Het kwam dan ook regelmatig voor dat mijn ouders voor niets naar Amsterdam toe reisden, het dossier bleek dan nog vaak in Eindhoven te liggen.
Tevens kwam er hoop, de 5 maanden gingen voorbij en inmiddels was de tumor gekrompen. Na een aantal maanden kreeg mijn moeder een bult op haar borstkas, dit bleek later een uitzaaiing te zijn, mijn moeder kreeg hiervoor tabletten, die moest zij afhalen bij het Slotervaart ziekenhuis in Amsterdam, dat was op hetzelfde terrein als het AVL.
In die tijd was er ook de vraag waar mijn moeder in aanraking was gekomen met Asbest, haar arbeidsverleden werd onderzocht, maar hierbij werd geen asbest ontdekt, later werd de link naar het arbeidsverleden van mijn vader gelegd en zo werd inmiddels duidelijk dat mijn moeder besmet was door het uitkloppen en uitwassen van mijn vaders vuile werkkleding en mogelijk ook nog wel bij mogelijke omhelzingen als mijn vader thuis kwam van het werk, wat vrij normaal is bij verliefde mensen. Mijn vader had het hier ontzettend moeilijk mee, hij zag zichzelf als de schuldige.
In september 2001 reisde zij nog samen met een nichtje naar Lourdes, mijn vader kon vanwege zijn slechte gezondheid niet mee, mijn moeder was een echte Maria vereerster net zoals haar moeder was.
Na deze reis ging het echter snel bergafwaarts. Mijn moeder begon vocht vast te houden en werd zo ziek dat zij op 30 juni 2002 werd opgenomen, mijn vader en ik waren dit inmiddels wel gewend geraakt en dachten dat zij na 1 week weer thuis zou zijn, want zij werd regelmatig opgenomen in het ziekenhuis, maar helaas, de eerste week knapte zij ontzettend op, maar halverwege de 2e week ging het steeds slechter. Ondanks dat het zo slecht met mijn moeders gezondheid ging bleef zij zich zorgen maken over mijn vader, hij had in deze periode een longontsteking. Mijn moeder lag op een 2 persoonskamer en zij kreeg op 13 juli de vraag of zij alleen wilde liggen, dan mocht er 's nachts iemand bij haar blijven, zij wilde niet van de kamer af, ik ben toen tot 23.00 uur in het ziekenhuis bij haar gebleven. De volgende ochtend ging al om 7.00 uur de telefoon, de mevrouw die naast mijn moeder lag belde op met de vraag of ik naar het ziekenhuis wilde komen. Ik vond 7.00 uur nogal vroeg en ik zat te dubben wat ik moest doen, ik kwam de laatste dagen wel eens vaker buiten de bezoektijden en ik wist dat de verpleging dat niet altijd fijn vond. Om 10.00 uur ben ik naar het ziekenhuis gegaan, toen ik daar was kreeg ik meteen van mijn moeder de opdracht om mijn vader, haar broers en zussen te bellen, ze wilde dat deze kwamen. Ik vond het een beetje vreemd dat ik iedereen zo vroeg moest bellen, maar deed wat zij mij vroeg. Mijn vader kwam ook naar het ziekenhuis, ondanks zijn zware longontsteking. 's Middags kwam de arts met de vraag of mijn moeder morfine wilde, zij vroeg eerst aan mij wat ze moest doen, hierop zei ik dat ze dat zelf moest beslissen, daarna vroeg zij het aan mijn vader, hij zei hetzelfde tegen haar. Mijn moeder nam de beslissing om aangesloten te worden aan de morfine. De mevrouw die naast mijn moeder lag werd naar een andere kamer gebracht en rond 12.30 uur werd mijn moeder aan de morfine aangesloten, later die dag zou ze om 16.25 uur sterven. Mijn moeder is 62 jaar geworden.
In de tijd dat mijn moeder ziek was en ook na haar overlijden ging het spreekwoord wie goed doet, goed ontmoet, ontzettend op. We kregen veel steun van iedereen.
Na het overlijden van mijn moeder kon mijn vader het verdriet maar moeilijk verwerken en stelde hij Philips aansprakelijk, helaas was de zaak verjaard.
Ik heb als zoon dit stukje geschreven, maar eigenlijk had mijn vader dit moeten doen. Mijn moeder heeft mij vaak dingen bespaard, maar helaas kan ik aan mijn vader niets meer vragen hij is op 29 oktober 2007 aan alvleesklierkanker overleden.
René Strijbosch