Met ingang van 1 april 2014 kunnen ook asbestoseslachtoffers aanspraak maken op een vergoeding – ‘tegemoetkoming’ – van de Staat. De vergoeding is bedoeld als een voorschot op de immateriële schade, beter bekend als smartengeld, en bedraagt € 19.201,--. Tot nu toe hadden alleen mesothelioomslachtoffers recht op deze vergoeding. De tegemoetkoming wordt betaald door de Staat en de uitvoering van de regeling ligt in handen van de SVB.
Tegelijk hebben de deelnemende partijen van het Instituut Asbestslachtoffers (IAS), waaronder het Comité Asbestslachtoffers, afgesproken dat ook asbestoseslachtoffers de mogelijkheid krijgen om bemiddeling aan te vragen bij het IAS. Indien de bemiddeling tussen het slachtoffer en de werkgever slaagt, kan het slachtoffer vergoeding van zijn volledige schade krijgen. Tot die schadevergoeding behoort o.a. het smartengeld, dat begroot is op €55.000,--.
Asbestose
De ziekte asbestose is een typische asbestziekte. Dat wil zeggen dat er maar één oorzaak van deze ziekte bekend is, namelijk de blootstelling aan asbest. Asbestose werd al in 1949 officieel als beroepsziekte erkend. De ziekte komt vooral voor bij werknemers die langdurig en intensief aan asbest zijn blootgesteld. Dat was vaak het geval bij isoleerders.
Het aantal bekende gevallen van asbestose ligt veel lager dan het aantal mesothelioom-slachtoffers, dat inmiddels al opgelopen is tot ongeveer 500 per jaar. Naar schatting zal het aantal asbestoseslachtoffers enkele tientallen slachtoffers per jaar bedragen.
De ziekte asbestose kan zich net als bij mesothelioom jaren na de beëindiging van de blootstelling manifesteren. Hierbij moet worden opgemerkt dat asbestose, anders dan mesothelioom (long- en buikvlieskanker), geen vorm van kanker is.
Het ziektebeeld bij asbestose is wisselend. Er kan, nadat de diagnose is gesteld, snel sprake zijn van verslechtering van de gezondheidstoestand, maar het komt ook voor dat het ziektebeeld jarenlang nagenoeg stabiel blijft. Verder is het bekend dat asbestoseslachtoffers een verhoogde kans op longkanker hebben.
Voorwaarden voor vergoeding
Wil een asbestoseslachtoffer – (oud-)werknemer of zelfstandige - in aanmerking komen voor de tegemoetkoming van de Staat, dan dient hij aan een aantal voorwaarden te voldoen.
In de eerste plaats moet worden vastgesteld dat betrokkene in zijn werk langdurig en intensief aan asbest is blootgesteld. Die blootstelling moet minstens 15 jaar vóór het moment waarop de diagnose asbestose door de longarts is gesteld, hebben plaatsgevonden.
In de tweede plaats moet er sprake zijn van ernstig longfunctieverlies. Daarvoor dient medisch onderzoek plaats te vinden door het Nederlands Asbestosepanel (NAP). Het NAP beoordeelt de ernst van de longfunctiestoornis, die onderverdeeld kan worden in een aantal klassen.
In de derde plaats moet een asbestoseslachtoffer voor het verkrijgen van de vergoeding meewerken aan bemiddeling door het IAS.
Verder dienen asbestoseslachtoffers, die niet in loondienst zijn blootgesteld, aan te tonen dat zij minimaal tien jaar aaneengesloten in Nederland hebben gewoond in de periode van de asbestbesmetting.
Ook nabestaanden van slachtoffers kunnen in aanmerking komen voor de vergoeding, indien het slachtoffer zelf al een verzoek tot bemiddeling bij het IAS heeft ingediend.
Aanmelding
Asbestoseslachtoffers, die in aanmerking willen komen voor de vergoeding van de Staat, dienen zich aan te melden bij het IAS.
Zij kunnen ook een beroep doen op het Comité Asbestslachtoffers voor bijstand en onder-steuning. In de afgelopen periode hebben zich reeds een aantal asbestoseslachtoffers tot ons Comité gewend, die zich vroeger ook al bij tot ons Comité hadden aangemeld. Wij staan deze asbestoseslachtoffers graag met raad en daad ter zijde.