Met de overheidsregeling voor asbestslachtoffers, die in december 2007 in werking is getreden, is één van de eisen van het Comité gerealiseerd. Met deze regeling erkent de overheid de asbestslachtoffers die lijden aan de ziekte mesothelioom (long- of buikvlieskanker). Het gaat bij deze regeling om een voorschot van de overheid dat uitgekeerd wordt aan iedereen waarbij de ziekte mesothelioom is geconstateerd. Het is daarbij niet belangrijk waar de blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden; voldoende is het feit dat het slachtoffer met asbest in aanraking is geweest (mesothelioom wordt alleen door asbest veroorzaakt).
De regeling is in 2014 ook opengesteld voor asbestslachtoffers die lijden aan de ziekte asbestose. Om in aanmerking te komen voor deze uitkering moet er aan een aantal eisen worden voldaan. Alleen de diagnose asbestose is niet voldoende. Het slachtoffer moet ook kunnen aantonen dat hij gedurende een lange periode (15 jaar) intensief aan asbest is blootgesteld.
De uitkering is een voorschot; wanneer het slachtoffer bijvoorbeeld via zijn werkgever volledige schadeloosstelling weet te verkrijgen, dan moet het voorschot worden terugbetaald. Wanneer er geen aansprakelijke partij aan te wijzen is, wordt het voorschot omgezet in een definitieve uitkering. Let op: deze regeling moet door het slachtoffer zelf worden aangevraagd. Nabestaanden kunnen geen beroep doen op dze regeling.
Na het aanvragen van het voorschot moet het onderzoek naar een mogelijk aansprakelijke partij beginnen. De ervaring van het Comité Asbestslachtoffers is dat deskundige hulp daarbij onontbeerlijk is.
Asbestslachtoffers die lijden aan longkanker hebben geen recht op de overheidsregeling. Zij kunnen wel, wanneer zij weten waar zij aan asbest zijn blootgesteld, de veroorzaker aansprakelijk stellen voor de schade.