Terecht besteedde Brandpunt Reporter onlangs aandacht aan de aanwezigheid van asbest in onderzeeboten. Elke blootstelling aan asbest, hoe beperkt en kort ook, kan op termijn kanker veroorzaken. Er is met andere woorden geen veilige drempelwaarde. Dat wisten we al in de jaren zestig van de vorige eeuw. Toch moeten we vaststellen dat er nog steeds, meer dan 20 jaar na het volledige verbod op asbest, bij Defensie op heel wat plaatsen asbest en asbesthoudende materialen voorkomen. Hoe kan dat?
De huidige vier onderzeeboten van de Marine zijn eind jaren tachtig van de vorige eeuw gebouwd. Dat betekent dat men bij Defensie destijds het asbestgevaar willens en wetens heeft genegeerd. Defensie maakte graag gebruik van het relatief goedkope asbest en bekommerde zich niet om de gezondheid van het Marinepersoneel. Geld en economie wogen voor de Staat blijkbaar zwaarder dan de gezondheid.
In april 1999 stelde SP-Tweede Kamerlid Jan de Wit schriftelijke vragen aan de minister van Defensie en de minister van Sociale Zaken over het gebruik van asbest bij Defensie. De regering liet daarop weten dat het beleid van Defensie erop gericht was om waar mogelijk te voldoen aan de eisen van de Arbowet. Dat betekende volgens de regering dat vervanging van asbesthoudende materialen het uitgangspunt was. In 2014 constateerde Brandpunt Reporter dat het ministerie van Defensie dat uitgangspunt van vervanging niet hanteerde. Asbesthoudende zaken worden bij Defensie alleen vervangen als zich problemen voordoen.
In november 2008 stelde SP-Tweede Kamerlid Remi Poppe vragen aan de regering over asbest in een onderzeeboot. De regering antwoordde dat al bij de bouw van de onderzeeboot Zeeleeuw eind jaren tachtig asbest was gebruikt. En dat de aanwezigheid van asbest werd geregistreerd in een ‘asbeststatusboek’. Onderzoek door deskundigen zou hebben aangetoond dat het ‘toegepaste asbestmateriaal’ doorgaans een goede binding had en dat daardoor geen vezelvorming optrad. De situatie aan boord van de andere drie onderzeeboten van de Walrus-klasse was dezelfde, aldus de regering. Het hield in dat iedere constatering van asbest gemeld werd als ‘melding onveilige situatie’. Ook werd het Marinepersoneel gewezen op de mogelijkheid om een formulier gevaarlijke stoffen in te vullen.
Zeven jaar later brengt het onderzoek van Brandpunt Reporter aan het licht dat er nog steeds op veel plaatsen in de onderzeeboten riskante asbestmaterialen voorkomen. Opnieuw belooft het ministerie beterschap, maar de vraag is gewettigd wat die belofte inhoudt. Zolang bij Defensie de economische aspecten en de kosten zwaarder wegen dan de gezondheid van het Marinepersoneel blijft het risico bestaan dat dat personeel de tol betaalt.
Reacties
Recent kreeg ik bericht dat
Recent kreeg ik bericht dat Betty de Jonge, voorheen tandartsassistente op/voor de Marinewerf te Den Helder, is overleden aan de gevolgen van de jarenlange indirecte maar evengoed blootstelling aan asbest.
Zij 'hing' boven patiënten - personeel ván de marinewerf - dat mét werkkleding en al in de tandartsstoel plaatsnam voor behandeling e/o controles. Daarnaast kwam zij óók aan boord van marinevaartuigen i.v.m. haar taak/werkzaamheden.
Ik wens haar nabestaanden en kennissen/vrienden veel sterkte. Defensie duwde de verantwoordelijkheid hier van zich af.... "Defensie- Voor úw VEILIGHEID"...
Marinevaartuigen. Mmmm.
Marinevaartuigen. Mmmm.
Mijn vader werkte er nog aan op een inmiddels in Nederland ter ziele gegane werf in de Rijnmond maar waarvan niet ALLES is verdwenen. Dat geldt overigens helaas ook voor de gevolgen van (ook) daar uitgevoerd werk... mét nogal veel en vaak uitgevoerde werkzaamheden met (of in de buurt van !!) asbesthoudende materialen. Asbestplaten, asbest"beddengoed"(kussens, dekens, doek) maar ook koord en - NIET te vergeten - spuitasbest.
En dan is het nog zo dat de destijds met de scepter daar zwaaiende directeur ook voorzitter was van Het Veiligheidsinstituut. Ik kwam daar achter door zoekwerk bij het Gemeentelijk archief van Schiedam, maar is óók op internet te vinden.
Waar het mij hier om gaat, en om aan te sluiten op deze blog, is dat er eenvoudigweg al heel veel wel dégelijk bekend was maar deze informatie NIET werd gedeeld met die mensen (!!) die dat behoorde te weten én daar ook tegen beschermd hadden MOETEN (!!) worden... maar dat dus NIET gebeurde.
Hoe gek is het dan wanneer ik durf te stellen dat "ER KREDIET IS GENOMEN OP HET LEVEN VAN DUIZENDEN WERKNEMERS DIE NÚ HUN PENSIOENGERECHTIGDE LEEFTIJD NIET MEER KÚNNEN HALEN".
Zij hebben geen kans gekregen om NEE te zeggen tegen een doodsbedreiging op (lange) termijn omdat zij verstoken zijn gebleven van informatie, waarschuwingen en geschikte/afdoende beschermingsmiddelen. Notabene "Het Veiligheidsinstituut"bracht posters uit aangaande veilig werken en... daar zat er ook een bij van 'goede adembeschermingsmiddelen'.
Ik verloor mijn vader, áán de jarenlange blootstelling aan asbestvezels. Vraag voor mijn moeder én haar kinderen - waarvan IK er één ben - is en blijft nog lange tijd: "Zijn wij ook regelmatig blootgesteld aan deze moord-vezels?" Mijn moeder klopte de overalls van mijn vader namelijk zo'n beetje dagelijks uit terwijl ik, m'n broer en zus onder het balkon speelden waarop moeder stond te wapperen met dat donkerblauwe met 'WF' erop gestikte embleem.
Brrr. Ik heb m'n moeder lang genoeg geholpen in een juridische strijd, maar was mijn vader évengoed ... kwijt.
En NU al die andere werknemers (en hun familie), al dan niet werkzaam bij marine- of andere werven. HOEVEEL waren dat er niet, of beter: Hoeveel waren dat er wél??!
Weten we, maar vooral de nabestaanden, dat pas wanneer 'het ademen (asbestkanker in de borstholte) of eten (asbestkanker in de buikholte)' NIET LANGER MEER GAAT en de dood wenkt met z'n benige vingers "Kom maar gauw hier !!" Nee. Da's geen best vooruitzicht. En er zijn nog veel mogelijk toekomstige slachtoffers van asbest die 'dat Zwaard van Damocles'', zo u wilt 'die Zeis van Magere Hein' nog gaan tegenkomen. Waarom werd er GEEN toezicht gehouden door de overheidsinstanties die die taak wel hadden? Ik sprak in de loop der jaren vele voormalig scheepsbouwers..... Geen van hen vertelde ook maar íets over uitgevoerde inspecties. Die zullen toch niet búiten werktijd zijn uitgevoerd, als dat al zou zijn gedaan is dat dus zeker niet representatief voor een inspectie omdat er overdag door het vele werk van alles (!!) in de scheepsruimten en in loodsen/werkplaatsen rondzweefde door zagen, boren, frezen, enz.
Mijn pa schreef een boek. "Vertel MIJ wat !" getiteld. Zijn laatste tekstregel was: "Ook IK was één van hen..."
Ooit zei hij 'ns: Jan, ik werkte met asbest en... asbest werkte IN mij. En dat laatste geldt dus voor (te) velen. Ook op marinewerven dus.