In 2000 is met steun van de overheid het Instituut Asbestslachtoffers in werking getreden. Het Comité Asbestslachtoffers was bij het ontstaan van dit Instituut de belangrijkste initiatiefnemer. Onze opvatting was en is dat ieder asbestslachtoffer recht heeft op een snelle erkenning. Om dit doel te realiseren leek een samenwerking met werkgevers en verzekeraars een goede oplossing. Met de toezegging dat ook de overheid bereid was haar verantwoording te nemen, via de Tegemoetkomingsregeling Asbestslachtoffers (TAS-regeling), werd een belangrijke stap gezet voor de asbestslachtoffers. De afspraken die gemaakt zijn tussen de vertegenwoordigers van de slachtoffers, de werkgevers, de verzekeraars en de overheid zijn vastgelegd in het “convenant asbestslachtoffers” dat nu wordt uitgevoerd door het Instituut Asbestslachtoffers. In dit convenant is onder andere vastgelegd dat het Instituut Asbestslachtoffers een bemiddelende rol tussen het slachtoffer en zijn werkgever vervult.
Door de ontwikkelingen bij het Instituut Asbestslachtoffers op de voet te volgen heeft het Comité Asbestslachtoffers in de loop der jaren de overheid weten te overtuigen van de noodzaak om de TAS-regeling uit 2000 verder uit te breiden. De inspanningen van het Comité Asbestslachtoffers hebben er voor gezorgd dat nu iedereen met mesothelioom recht heeft op minimaal het voorschot van de overheid en dat dit voorschot ook snel bij de slachtoffers terecht komt. Sinds 2014 is er een soortgelijke regeling voor slachtoffers met asbestose. Op dit mometn hebben wij nog te weinig ervaring met de uitvoering van deze regeling om hier een oordeel over te kunnen vormen.
Helaas heeft de ervaring ook geleerd dat de bemiddelende rol van het Instituut Asbestslachtoffers vaak niet leidt tot een volledige schadevergoeding voor de asbestslachtoffers. De slachtoffers verkeren vaak ten onrechte in de veronderstelling dat het instituut uitsluitend voor hen optreedt. In feite kan het instituut echter alleen bemiddelen tussen enerzijds de slachtoffers en anderzijds de werkgevers.
Als de werkgever niet aan de bemiddeling wil meewerken of de aanspraak van het slachtoffer afwijst, loopt de bemiddeling op niets uit. Het slachtoffer krijgt in dat geval alleen de standaard tegemoetkoming van de overheid (SVB).
Hoewel de gang naar de rechter in die situatie voor het slachtoffer openstaat, constateert het Comité Asbestslachtoffers dat slachtoffers vaak afhaken omdat zij hun rechten niet voldoende kennen, terwijl er wel degelijk juridische mogelijkheden zijn om schadevergoeding te krijgen.
Daar komt bij dat asbestslachtoffers met longkanker helemaal niet door het Instituut worden geholpen, daar de regelingen tot nu toe alleen gelden voor mesothelioom en asbestose patiënten.
Daarom is het Comité Asbestslachtoffers van mening dat het Instituut Asbestslachtoffers alle slachtoffers altijd op de mogelijkheid van juridische bijstand moet wijzen en dat dit zo spoedig mogelijk moet gebeuren. De vrijwilligers van het Comité Asbestslachtoffers helpen de asbestslachtoffers bij het vinden van goede, betrouwbare adviseurs en professionele bijstand.