Geef Asbestslachtoffers een stem!

Jan van Zelm sr. asbest

Jan van Zelm jr: "Mijn vader overleed in september 2008 aan buikvlieskanker." Toen hij 14 jaar was begon hij met werken. Allereerst volgde hij de bedrijfsopleiding bij de destijds grootste scheepswerf van Nederland. Trots als een pauw begon hij daar.

Ik weet dat van hem en mijn opa. Wat hij toen niet wist is hem eigenlijk in 1993 “al” verteld. Maar dat was dan weer wel pas 29 jaar nadat hij bij de scheepsnieuw- en reparatiebouwwerf weg was gegaan.

De aanleiding waarom hij in 1993 zijn longen heeft laten controleren, via röntgenonderzoek, was een vervelend aanhoudende hoest. Eén die overigens weer minder werd. Nu was mijn vader niet iemand die naar medische achtergronden zocht. Rotterdam? Niet lullen maar poetsen! Maar ...uit dat onderzoek kwam wel de diagnose “pleurale plaques”. Een aandoening die terug is te voeren naar een historische blootstelling aan asbest. Zo stond dat ook te lezen in de diagnose van de longarts. Overigens kreeg ik die diagnose pas in 2008 in handen.

Al die tijd heeft mijn vader als het ware met zijn hoofd onder zijn arm gelopen - de dood voor ogen. Of hij zich daar werkelijk bewust van is geweest weet ik niet maar achteraf redenerend is het mij daarmee duidelijk dat zich in mijn vaders bewustzijn wel degelijk het één en ander heeft afgespeeld. In de jaren volgend op het onderzoek was het vaak “spannend” thuis. Ruzies over niets, zo kende ik dat niet. Inmiddels woonde ik op mijzelf. Ook in 1994 wilde mijn vader met mij op vakantie. Opvallend, zoiets verwachtte ik absoluut niet. We deden het wel. In die vakantie sprak hij sporadisch over zijn “klachten”. Die waren er ook niet, althans niet zichtbaar.

Ook achteraf heeft hij kort na de diagnose van ’93 allerlei krantenartikelen bewaard die handelden over asbest in de Rijnmond met name in de havens, sterker nog: in de scheepsbouw. Ik vond die artikelen in een la na zijn overlijden. Samen met namen van collega’s op kattebelletjes (aantekeningen?) en advertenties van nieuwe medicijnen. Achteraf afschuwelijk, hij zou dus al die jaren angst hebben gehad voor asbestkanker.

Terecht! is dus gebleken op 1 april 2008. Toen werd hij geconfronteerd met zijn doodsbericht. “U heeft mesothelioom in het buikvlies. Zeldzaam, maar terug te voeren op asbestblootstelling in het verleden. Het is een agressieve kankervorm en inoperabel in uw geval. Van chemotherapie en/of bestraling zijn de verwachtingen niet hoog.” Niet zonder emoties deelde de oncoloog in de Daniel den Hoed-kliniek dit mede. Met wat bijna niet verstaanbare woorden van mijn vader werd het de arts niet gemakkelijker gemaakt. Da’s zo gek niet. Zij sprak de levensverwachting uit van 3 tot maximaal 9 maanden en géén eenvoudige maanden.

Stilzwijgend verlieten wij de kliniek van de havenstad. Mijn vader werkte in die haven. Die haven werkte nu in hem. Een stille rit naar huis met de auto. Thuis zag mijn moeder het al aan onze gezichten en zij huilde vrijwel direct. Het was stil verder in huis - wat kun je zeggen. Slechts het afnemen van vocht en controles op de inmiddels 5 tumoren waren reden voor artsbezoek.

Snel maakte vooral boosheid zich meester van mijn vader. Niemand in mijn vaders omgeving kon goed doen en dat heeft vrijwel tot zijn dood in september geduurd. Al snel kwamen de lichamelijke problemen als darmafsluitingen, pijnen, nachtelijk zweten, nauwelijks eetlust, geen energie voor wat dan ook en iedereen werd afgesnauwd. Een niet af te schudden last. Het “sterfhuis” kwam spoedig in zicht. Onvermijdelijk, al snel vermagerde hij zichtbaar.

De melding bij het Comité Asbestslachtoffers was inmiddels gedaan. Post van het Instituut Asbestslachtoffers was onderweg. Getuigen van toen werden gezocht en gevonden. Natuurlijk was dit een niet te dragen extra belasting voor mijn vader, mijn ouders, beiden. Ik zou die kar trekken of zo nodig duwen. Tot het rechtvaardige einde, waarschijnlijk ver na mijn vader inslapen naar de eeuwigheid. Een grote vent op 01-04-2008 nog 115 kg en 1.88 meter werd in zijn kist gelegd met 50 kg lichaamsgewicht.

Intussen is dan welliswaar een stukje erkenning vanuit een sociaal fonds (de TAS-voorschotregeling) gekomen. Wat dat betreft alleen al ben ik blij dat we in een vroeg stadium de interview-tekst aan het IAS gecheckt hebben. Dat had anders nog wel eens een probleem kunnen geven in het vervolg. Ik zou dan ook iedereen het advies aan de hand willen doen: let goed op!

Ik help mijn moeder in het gevecht om erkenning, gerechtigheid en een stuk genoegdoening. Maar, wat is genoeg? Mijn vader is weg. Hij heeft zijn krachtigste jaren aan de wederopbouw gegeven. Nederland is er trots op, was er trots op. Ook de overheid is, was er dankbaar voor. Maar; is dat alles gezien de nog steeds schrijnende positie van de asbestslachtoffers en/of hun nabestaanden? Neen!

Mijn vader heeft mij op zijn sterfbed verzocht voor hem, mijn moeder, voor ons (de kinderen) maar ook voor de collega’s die hem in zijn lot voorgingen en die nog komen in de nabije toekomst te willen vechten. Ik beloofde hem daarin tot het uiterste haalbare door te gaan. Ooit had Goliath problemen met David .... het kan dus wel. Put kracht uit hoop en kennis - maar doe het niet alleen. Ook het gerecht weet hoe het in elkaar zit. Dat is het doel.

Ik wens iedereen sterkte, er wordt geen strijd gewonnen door in de loopgraven te blijven.

Spreek voor de asbestslachtoffers.

Jan van Zelm jr